Wat zelfs de grootste Oranjefans niet hadden durven dromen gebeurde gisteren in de Arena Fonte Nova in Salvador. Nederland maakte, na een valse start, op effectieve wijze gehakt van de Spaanse armada. De cupwinnaars van de laatste drie grote toernooien vielen van hun voetstuk en werden gedegradeerd tot toeschouwers in een koningsdrama. Het ongeloof en de treurnis was bij alle Spaanse spelers, bij Iker Casillas in het bijzonder, van het gezicht af te scheppen.
Spanje begon aanvankelijk nog goed en creëerde geleid door El Ilusionista, Andrés Iniesta, een paar hele en halve kansen, van waaruit ook de penalty tot stand kwam die de 1-0 voor Spanje inluidde. Nederland had behoudens een kans voor Wesly Sneijder niet veel in te brengen en kreeg bijna 2-0 te verwerken toen David Silva na een prachtpass van wederom Iniesta alleen opdook voor keeper Jasper Cillessen. Cillessen redde echter prachtig, wat de ommekeer in de wedstrijd betekende. Even later namelijk, vlak voor rust, scoorde Robin van Persie de weergaloze gelijkmaker door via een Bep Bakhuis-achtige snoekduik de bal met zijn hoofd over de Spaanse doelman heen te tillen. Onwillekeurig gaan hierbij de gedachten uit naar vier jaar geleden toen Nederland op een 2-0 achterstand dreigde te komen tegen Brazilië, maar Maarten Stekelenburg het elftal op de been hield en Nederland even later de gelijkmaker scoorde.
Door de gelijkmaker van Van Persie voetbalde oranje na rust met meer bravoure, wat zich al snel uitbetaalde in een eveneens weergaloze treffer van Arjen Robben. Eenmaal richtte de rode furie zich nog op, uitmondend in de terecht afgekeurde goal van David Silva. Daarna echter viel het Spaans elftal compleet uiteen en was de Spaanse geest gebroken. Vakkundig werden de Spanjaarden naar de slachtbank geleid met treffers van de De Vrij en wederom Van Persie en Robben.